We laten allemaal sporen na
We hopen wel van niet, maar toch is ’t waar
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank

Want is dit niet Meneer Pastoor?
(Ja dit is Meneer Pastoor)
En staat hij naast Meneer Doktoor?
(Hij staat naast Meneer Doktoor)
Meneer Pastoor – Meneer Doktoor
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank

Zit het er hier bovenhands op?
(Ja het zit er bovenhands op)
Slaat de een op de andere zijn kop
(Ja hij slaat op zijne kop)
Meneer Pastoor - Meneer Doktoor 
Bovenhands op - op zijne kop
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank

Wat zit er hier in deze zak?
(Wat zit hier in deze zak)
Hij sleept een lijk op zijn gemak
(Sleept een lijk op zijn gemak)
Meneer Pastoor - Meneer Doktoor 
Bovenhands op - op zijne kop
Op zijn gemak – in deze zak
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank

De doktersvrouw zou in de rouw
(Ja ze zou nu in de rouw)
Maar binnenkort in ondertrouw
(Binnenkort in ondertrouw)
Meneer Pastoor - Meneer Doktoor 
Bovenhands op - op zijne kop
Op zijn gemak – in deze zak
In de rouw – in ondertrouw
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank

Er is geen wijn in deze kelk
(Nee, geen wijn meer in de kelk)
Wel afgekolfde moedermelk
(Afgekolfde moedermelk)
Meneer Pastoor - Meneer Doktoor 
Bovenhands op - op zijne kop
Op zijn gemak – in deze zak
In de rouw – in ondertrouw
In de kelk - moedermelk
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank

Dus die ruzie van meneer pastoor
(Ruzie van Meneer Pastoor)
Was om de vrouw van meneer doktoor
(Om de vrouw van Meneer Doktoor)
Meneer Pastoor - Meneer Doktoor 
Bovenhands op - op zijne kop
Op zijn gemak – in deze zak
In de rouw – in ondertrouw
In de kelk - moedermelk
Meneer pastoor – Meneer Doktoor
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank

Pastoor sloeg dokter’s schedel in
(Hij sloeg doktor’s schedel in)
Dat was geen einde, een nieuw begin
(Neen, geen einde, een nieuw begin)
Meneer Pastoor - Meneer Doktoor 
Bovenhands op - op zijne kop
Op zijn gemak – in deze zak
In de rouw – in ondertrouw
In de kelk - moedermelk
Meneer Pastoor – Meneer Doktoor
De schedel in – een nieuw begin
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank

Maar dan waar zou dat lijk nu zijn?
(Ja waar zou dat lijk nu zijn) 
Onder het Sint-Andriesplein?
(Onder het sint-andriesplein!)
Meneer Pastoor - Meneer Doktoor 
Bovenhands op - op zijne kop
Op zijn gemak – in deze zak
In de rouw – in ondertrouw
In de kelk - moedermelk
Meneer Pastoor – Meneer Doktoor
De schedel in – een nieuw begin
Dat lijk nu zijn – Sint-Andriesplein
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank

Zoekt en gij zult vinden ja?
(Zoekt en gij zult vinden, ja!)
Want alles laat zijn sporen na 
(Alles laat zijn sporen na!)
Meneer Pastoor - Meneer Doktoor 
Bovenhands op - op zijne kop
Op zijn gemak – in deze zak
In de rouw – in ondertrouw
In de kelk - moedermelk
Meneer pastoor – Meneer Doktoor
De schedel in – een nieuw begin
Dat lijk nu zijn – Sint-Andriesplein
De schedel in – een nieuw begin
Zult vinden ja – zijn sporen na
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank

Hoezee hoezee voor onze snijdersbank
Hoezee hoezee voor onze snijdersbank!