Geliefd zijn, opnieuw en steeds opnieuw
terwijl het gaat, zoals het gaat
en ik maar zeur over de sleur die gaten slaat.
Gekend zijn, opnieuw en steeds opnieuw
terwijl ik, blind voor wat er is
maar jaag naar avontuur en naar betekenis. 

Over het leven is alles al gezegd,
maar nog niet door mij. 
Over de liefde is alles al gezegd, 
de sleur voorbij.
Over het leven is alles al gezegd
maar ik heb nu pas het door. 
Ik volg het ingeslepen spoor. 

Ik wil het opnieuw en steeds opnieuw
al dwaal ik rond in de hectiek 
van zoeken naar bevestiging en romantiek.
Ik weet het opnieuw en steeds opnieuw
hoe ik de race ontsnappen kan
want wat sleets is vind ik mooi
en smelten is geen dooi. 
En nu snap ik het

Dan kom ik thuis.
Dan ben ik thuis.