Abc-cabaret
Abc-cabaret & Wim Kan - Er stond een bank in 't groen lyrics
Your rating:
Het was op een avond in mei Vol dromerij, vol mijmerij Toen trok ze lachend voorbij Ze scheen zo blij Mijn hart was vrij Ik kon haar toch zo niet voorbij laten gaan Ik liep met een ijsje vlak achter haar aan Ik gaf haar zo Een norit kool(?) voor niks cadeau Er stond een bank in ’t groen Daar gaf ik haar een zoen En ik zei hakkelend toen: “Je b-bent een schat” Eerst zat ze sprakeloos Toen werd ze heel erg boos Maar ik zei argeloos: “Hoe vond je dat?” Zij is toen woedend van me weggegaan En liet me zo maar in m’n eentje staan ‘k Zei bij mezelf: “Je was ook wel wat vlug” En ik dacht: “Misschien komt ze straks wel terug” Maar na die eerste zoen Daar op die bank in ‘t groen Bleef ik tenslotte toen Toch vrijgezel In ’t liefdesspel Want ik was te snel En toch heeft die avond in mei Mij veel geleerd Geraffineerd Werd ‘k na die avond in mei ‘k Was toen een vent Die vrouwen kent Ik kocht me een hoed met een rand naar omlaag Een boek met wat wil onze vrouw van vandaag Ik ging op pad En kijk daar zat Een andere schat Er stond een bank in ’t groen Daar zat een meisje toen Zo echt van goede doen met rimpeltjes Zij las een avondblad En toen ik naast haar zat Toen zij zei aarzelend mat En pimpeltjes “Wilt u iets van mij hebben? Zeg maar wat?” Toen vroeg ik om een stukkie avondblad Zij trok een snuit als van een onweersbui Haar veren hoed vloog woedend in de rui Toen ging ze pruttelend heen Ze keek intens gemeen Waarom liet ze mij alleen? Dat bleef een vraag ‘k Vermoed nu vaag Ik was te traag En aan het eind van dit lied Zoals u ziet Komt weer verdriet Het liedje is niet zo apart Hier rijmt weer ‘hard’ Op ‘zielensmart’ Als je de vrouwen van binnen goed kent Weet je: zo’n liedje heeft geen happy end Want zo een man Als ik ben, kan Geen vrouwen an Er staat in elk plantsoen Nog banken in het groen Er valt nog veel te doen Op dit gebied Ginds zit een overmacht Van ’t vrouwelijk geslacht Die op het mannelijk wacht Maar mij niet ziet Ik geef mezelf uit noodweer nu een air Van zo een principieel celibatair Maar als ‘k aan tafel ga Dek ik voor twee Het heeft geen zin Maar het is maar voor het idee Zo blijf ik ongetrouwd Voorlopig enkelvoud En ik eet mijn havermout ‘s Morgens alleen ’s Morgens alleen ’s Avonds alleen