Goedenavond luitjes allemaal
‘k Ga eens voor een keertje aan de haal
Altijd onder water zitten verveelt me hoor
Is er iemand die me nog niet kent
Of niet goed begrijpt wie of ik ben
‘k Ben zoo vrij en stel mij even aan u voor

   Ik ben vader Nep-Nep-Nep-Neptunus 
Ik woon op de bodem van de zee
Zoek hier bij de nymphen naar een fee
Heeft er één idee, kom met me mee
Meisjelief ik heb-heb daaronder
Voor een minnend hart van alles wat
En je zit bij mij onthoud je dat
Heusch niet op een droogje, kleine schat
Ik maak van jou een goudvisch
Kind, duik je met me mee?
En van dat kleine blondje
een parel in de zee
Ik ben vader Nep-Nep-Nep-Neptunus
Kom eens boven water voor een keer
En ’t bevalt me best hier op m’n eer
Ja, dat doe ik meer

Alle ouderwetsche vroolijkheid
Die verwatert in den laatsten tijd
Allerhande golven van den Radio ten spijt
Waar het leven een verzetje gaf
Wascht het water van de zee niet af
Was ik altijd voor een pretje graag bereid

   Ik ben vader Nep-Nep-Nep-Neptunus 
Ik woon op de bodem van de zee
Zoek hier bij de nymphen naar een fee
Heeft er één idee, kom met me mee
Meisjelief ik heb-heb daaronder
Voor een minnend hart van alles wat
En je zit bij mij onthoud je dat
Heusch niet op een droogje, kleine schat
Ik maak van jou een goudvisch
Kind, duik je met me mee?
En van dat kleine blondje
een parel in de zee
Ik ben vader Nep-Nep-Nep-Neptunus
Kom eens boven water voor een keer
En ’t bevalt me best hier op m’n eer
Ja, dat doe ik meer

Kom je van de zee op aarde dan
Ben je ook nog lang niet “boven Jan”
Want ik merkte tot mijn groote schrik in elk geval
Dat je hier op aarde, ’t is bekend
Nog veel eerder voor de haaien bent
Dan bij mij in zee al klinkt het nog zoo mal