De één koopt oude doorgeroeste auto’s bij de vleet
Of haakt al lange jaren aan het zelfde tafeleed
Een ander is de hele dag met hypnotherapie in touw
Of liedjes in de trand van “wat hou ik toch van jou”

Al die mensen zijn natuurlijk leuk en onvervangbaar 
En ik vind het best, het mag van mij, ze gaan hun gang maar
Geef mij maar jou, geef mij maar jou, geef mij maar jou
Geef mij maar jou

De één probeert de oorsprong van de mensheid te ontdekken 
En loopt te hakken en te graven op de meest gezochte plekken
Een ander staat weer ’s ochtends heel vroeg op en trapt dan dauw
Of iemand is bij voorbeeld ik noem gewoon maar wat toiletjuffrouw 
 
Ik vind dat allemaal natuurlijk leuk en heel aanvaardbaar
En el die mensen zijn ook stuk voor stuk voor stuk voor stuk de moeite waard maar
Geef mij maar jou, geef mij maar jou
Jij bent een vrouw van heb ik jou
En gelukkig heb ik jou
Ik hoef alleen maar jou

Ik weet dat ik nou niet meteen een droombeeld van een man ben
En dat ik nog niet eens de inkoopsprijs van een Renault Sedan ken
Voor mij staan niet miljoenen hunkerende vrouwen in de rij
Ik ben niet wat je noemt een prijsdier in de mannenloterij

Hoeveel echte kerels staan er niet met fijne snelkookpannen klaar
En d’r zijn veel mooiere en betere en meer geslaagde mannen maar
Geef jou maar mij, geef jou maar mij
Ik kan er al die jaren met m’n pet nog steeds niet bij
Maar het schijnt echt zo te wezen, het is geen dagdromerij  
Jij hoeft alleen maar mij, jij hoeft alleen maar mij