Ze had niet zoveel 
Keek een klein beetje scheel
Iedere avond stond zij op de keien (keien)
En ze scharrelde daar 
Zo haar geld bij elkaar
En ze toonde haar vlezige dijen (dijen)
Ze was niet zo verwend 
En nam iedere vent 
En ze was eigenlijk niet selectief
Maar ze bleef altijd aardig
Voor niets minderwaardig
En zei altijd heel positief

C’est la vie 
Dat hoort nou eenmaal bij het leven
Het is niet altijd koek en ei
Dat geldt voor jou en ook voor mij
Oh, C’est la vie
Er valt nog zoveel te beleven
Het hoort er allemaal toch bij
Heel m’n leven is een loterij

Z’n zaak op de fles
En kompleet in de stress
Gaat z’n vrouwen voor altijd verlaten (laten)
Hij zat goed aan de grond
Niks meer om de second
En bewaakt door een stel advocaten (caten)
Maar hij lachte erom
Hij keek nooit achterom
Heel beheerst zei hij dan onverstoord :
Waarom zou ik nu treuren
Zulke dingen gebeuren
Der is toch geen man overboord

C’est la vie 
Dat hoort nou eenmaal bij het leven
Het is niet altijd koek en ei
Dat geldt voor jou en ook voor mij
Oh, C’est la vie
Er valt nog zoveel te beleven
Het hoort er allemaal toch bij
Heel m’n leven is een loterij

Hey, 
Achttien jaar was ie net
Maar heel wat kraken gezet
Voor de zoveelste keer voor de rechter (rechter)
Iedereen opgelicht
Met z’n mooie gezicht
Zei hij: twaalf jaar straf, het kon slechter (slechter)
Als beroepsdelinquent
Aan de bak is gewend 
Zei hij zonder een woordje van spijt
Komt goed uit dat ‘k moet zitten
Kan ik eindelijk pitten
Want ik heb nu toch zeeën van tijd

Oh, C’est la vie 
Dat hoort nou eenmaal bij het leven
Het is niet altijd koek en ei
Dat geldt voor jou en ook voor mij
Oh, C’est la vie
Er valt nog zoveel te beleven
Dat hoort er allemaal toch bij
Het leven is een loterij

C’est la vie!