Wanneer ga ik je nog eens zien
Hier op dit plein in Gouda
Jij reed op je pizzabrommer voorbij
Had jij niet een stukje pizza over voor mij
Dan konden wij misschien
Dat stukje delen, samen op kleedje
Op dit plein en laat die mensen dan maar denken
Wat doet die pizzajongen daar nou op dat plein
Hoort hij niet al ergens met zijn pizza en zijn brommer in Goverwelle te zijn
Want daar bestellen ze altijd pizza’s 
Die zullen raar staan kijken als hun pizza niet meer heel is
En koude pizza hun deel is.

Wanneer ga ik je nog eens zien
Hier op dit plein in Gouda
Ik weet dat jij het weet en ook een deel van mij claimt.
Ik weet dat jij je werk, je carrière serieus neemt.
Maar kom nou even zitten, hier, laat mij niet in de kou staan.
En laat die mensen denken weer zo’n luie Marokkaan.
Maar ik weet beter, jij wil met mij de liefde bedrijven.
Jij wil hier op dit plein met mij de liefde bedrijven.
Dus doe af die helm, doe uit die jas.
Stap af die brommer, geef hier die pizza uit die tas.
En kom kom kommer.

Ik zie je weer, jij wil mij zien, ik zie het aan de vaart
Je remt af, en schiet me aan, of ik een pizza besteld heb.
Of ik het adres wel goed vermeld heb. Ergens op het plein
Daar zou een jongen zijn.
Ik kan wel janken. je bent er. Ik stel voor wat ik met jou wil doen.
Hier midden op het plein. Hier midden in de stad.
En jij, jij vindt het nogal wat.
Zo hier, zo naakt, zo open, lijkt je niet zo mooi.
Maar je wel het best wel in de bosjes, voor 50 euro fooi.
Dus even later liggen wij omstrengeld in het bosje bij het water.
En staat er, midden in ons spetter pieter pater
En forse man te kijken, een overdreven kerel van een vent.
Het is oom agent. Die ons toejuicht, niks geen irritatie.
Niks geen arrestatie. Hij zegt alleen, jongens bedankt,
Voor deze demonstratie van integratie.