Ik was laatst op een boerderij en zag daar in een hoek
Een hele oude arrenslee, daar was ik naar op zoek
Ik vroeg de boer en de boerin, wat doet u met die slee
Dat ouwe ding, helemaal niets, dus neem maar lekker mee

Ik nam de oude arrenslee mee boven op mijn kar
En fietste naar mijn schuurtje toe, een beetje in de war
Want waar moest ik beginnen, de arrenslee die was niet top
Toen dacht ik, ach ‘k begin maar helemaal daar bovenop

Wie gaat er met mij mee, al in mijn arrenslee
Hij ziet er picobello uit
Zij wil wel met je mee
Ga maar met ons mee, in de arrenslee
Hij ziet er picobello uit, er is plaats zat voor twee

De slee is nu geschilderd in de kleuren wit en goud
Hij ziet eruit als fonkelnieuw en is nu niet meer oud
En als wij met die mooie slee een keer uit sleeën gaan
Draait iedereen zijn hoofd om, kijkt iedereen ons aan

Wie gaat er met ons mee, van Delft tot Overschie
Hij ziet er picobello uit
Zeg is er plaats voor drie?
Wie gaat er met ons mee, een ritje vol vertier
Hij ziet er picobello uit
He, zitten er nu vier?

We zwaaien naar de mensen in de huizen en op straat
Gaan zo vaak mogelijk sleeën ook al is het nog zo laat
Wanneer we met z’n allen rijden, zit het als een vorst
Dan zijn we blij en enthousiast, zingen uit volle borst

Wie gaat er met ons mee
Mijn benen worden stijf
Hij ziet er picobello uit
Dat lukt ook wel met vijf
Wie gaat er met ons mee, dit is een mooie les
Hij ziet er picobello uit
WAAAT! Tel ik er nu zes?

Ik stap mijn mooie sleetje uit want het wordt mij te dol
Iedereen die wil erin, dat wordt mij veels te vol
Ik maak gewoon een andere, laat hem aan niemand zien
Want anders slee ik straks misschien, met een stuk of tien

Kom maar met ons mee in de arrenslee
Hij ziet er picobello uit en iedereen mag mee
Kom maar met ons mee in de arrenslee
Hij ziet er picobello uit en iedereen mag mee

Kom maar met ons mee in de arrenslee
Hij ziet er picobello uit en iedereen mag mee
Kom maar met ons mee in de arrenslee
Hij ziet er picobello uit
Maar ik wil niet meer mee…